Landen in de kijker: Spanje en Portugal

Na een forse terugval in 2020 van de trafieken op Spanje en Portugal ten gevolge van de Covid-crisis en de lockdowns, kende Transuniverse Forwarding in de loop van 2021 weer een solide groei. Vandaag worden de pre-coronaniveaus in het verkeer naar het Iberische schiereiland zelfs opnieuw gehaald. Dat danken wij aan de hoge frequentie van de vertrekken, de korte transittijden en het fijnmazige distributienetwerk van onze agenten.

Zoals u verder kunt lezen, was de impact van de pandemie op de Spaanse en de Portugese economie bijzonder groot. “Omdat Transuniverse op beide landen een van de topspelers is in de groepage, konden wij toen niettemin de frequentie van de vertrekken vrij hooghouden. Toen de economie opveerde en de producerende bedrijven weer aan de slag gingen, waren wij snel in staat om ze weer te doen stijgen. Vandaag halen we zeker de niveaus van voor de Covid-crisis, met zo’n 40 vertrekken per week naar de verschillende uithoeken van Spanje en ongeveer 30 vertrekken per week naar Portugal”, zegt Alexander Bekaert, Export Road Manager bij Transuniverse Forwarding.

“Een van onze troeven is dat wij in Spanje kunnen steunen op het netwerk van vier vertrouwde agenten – Ekol, Argitrans, Carcaba en Altrans – die voor een snelle fijnmazige distributie zorgen. Terwijl veel van onze concullega’s enkel steunen op hubs in Barcelona en Madrid, beschikken wij ook over hubs in Irùn, Zaragoza, Valencia, Gijón (Asturië) en Vigo (Galicië). Die twee laatste bestemmingen worden doorgaans minder goed afgedekt vanuit België, maar doordat wij zendingen combineren met die op Portugal, kunnen we toch korte transittijden aanbieden”, voegt Tom Van Wassenhove, Traffic Manager Iberia, toe.

“Spanje is een uitgestrekt land. Maar dankzij ons goed uitgebouwd agentennetwerk zijn de transittijden, afhankelijk van de hubs en de eindbestemming, doorgaans slechts drie tot vijf dagen. Zelfs op Galicië bedraagt de transittijd slechts zes dagen”, benadrukt Alexander.

“In Portugal werken we al 39 jaar samen met Grupolis, die over depots in Lissabon en Porto beschikt en voor de lokale distributie zorgt. Voor de lijndiensten tussen België en Portugal gebruiken we al jaren dezelfde vaste Portugese transporteurs, wat voordelen inhoudt op gebied van onder meer betrouwbaarheid, communicatie en vooral capaciteit”, stelt Tom nog.

Sinds augustus test Transuniverse ook het intermodale vervoer op Portugal, met name door gebruik te maken van de scheepvaart. Tweemaal per week nemen opleggers de boot op de ro-ro (roll on – roll off) lijndienst Zeebrugge-Porto en retour. Hiermee verlichten wij het chauffeurstekort wat én verminderen wij onze koolstofvoetafdruk.

Blijvend hogere prijzen

Zowel Tom als Alexander wijzen op het chauffeurstekort in Europa dat de capaciteit onder druk zet. Dat heeft ook een impact op de kostprijs van het vervoer op Spanje en Portugal. “De schaarste aan transportcapaciteit is echter maar één van de aspecten die de kostprijs doet stijgen. Zelfs als de economie in beide landen afkoelt – de eerste tekenen zijn al voelbaar – en de capaciteit weer wat toeneemt, zullen de prijzen inderdaad hoog blijven: daar zorgen niet alleen de dieselprijs en de inflatie voor, maar ook andere kosten zoals de lonen (door het chauffeurstekort), de banden, de péages, en noem maar op. De prijzen zullen dus blijvend hoog blijven en zelfs toenemen”, waarschuwen ze.

Spanje: groei in onzekere tijden

Spanje was tijdens de coronacrisis één van de landen in de Europese Unie wiens economie het zwaarst getroffen werd. Dat was grotendeels te wijten aan het belang van het toerisme en aanverwante diensten in zijn bruto binnenlands product (bbp). In 2019 bezocht nog een recordaantal van 83 miljoen toeristen Spanje. Toen de pandemie uitbrak, daalde dat aantal tot minder dan 20 miljoen in 2020, met als gevolg dat het land dat jaar de ergste krimp in de EU (-11,3 %) kende. In 2021 herpakten het toerisme en de dienstensector zich marginaal, maar dit jaar werden de pre-Covid niveaus bijna gehaald.

Dat maakt dat de economie in 2022 met iets meer dan 4% zal groeien, voorspelt de Nationale Bank van Spanje. Dat is meer dan in Duitsland, Frankrijk, Italië of het VK. Ter vergelijking: het Planbureau voorspelt voor dit jaar 2,6% groei in België. Toch flirt de Spaanse economie – net als die van menig ander lidstaat – nu met een recessie omdat de groei vooral tijdens de twee eerste kwartalen werd genoteerd.

Men verwacht dat de groei in Spanje in de eerste jaarhelft van 2023 verder zal vertragen als gevolg van de verstoringen door de oorlog in Oekraïne, de hoge energieprijzen, het verminderd vertrouwen van de bedrijven en de consumenten, alsook de hoge inflatie. Vanaf medio 2023 zal de druk van de energieprijzen gedeeltelijk afnemen en zal de activiteit geleidelijk aantrekken dankzij een gematigde opleving van de consumptie en een verdere normalisatie van het toerisme.

Wat volgend jaar ook zal meespelen is het Europese ‘Plan voor Herstel en Veerkracht’: Spanje zal in totaal 70 miljard euro steun krijgen uit dit fonds. Na Italië is het land de op een na grootste begunstigde. Dat geld moet gaan naar investeringen in de groene en de digitale transitie, wat de modernisering van de Spaanse economie ten goede zal komen. Dat zou een positief effect moeten hebben op één van Spanjes grootste zorgpunten, met name de hoge werkloosheid. Twee jaar geleden was die nog 16% en ze zou op termijn dalen tot 12%. Dat is echter nog steeds de hoogste in de EU.

 

Portugal doet het nog beter

Volgens de verwachtingen van de Europese Commissie zal Portugal het dit jaar nog beter doen dan Spanje… al zijn er ook hier signalen van groeivertraging naar het einde van het jaar toe. Het land zal zelfs de grootste groei van de hele EU kennen, met name 5,8%. Ook hier speelt de heropleving van het toerisme en van de aanverwante diensten een hoofdrol. Overigens steeg de uitvoer van diensten uit tot boven het niveau van vóór de pandemie en leverde deze met een stijging van ongeveer 70% op jaarbasis een belangrijke bijdrage aan de groei.

De groei van het bbp is echter abrupt aan het dalen als gevolg van de verstoring van de energie- en voedselmarkten. Hoewel de particuliere consumptie bleef groeien – zij het in een trager tempo – zijn de investeringen aan het krimpen door de daling van het ondernemersvertrouwen, de stijging van de prijzen en de hogere rente. Toch valt in Portugal de inflatie mee, met naar verwachting 6,3% dit jaar.

De verschillende indicatoren wijzen dus op zwakkere groeivooruitzichten voor de tweede helft van 2022 en het begin van volgend jaar. De prognose voor de groei van het bbp in 2023 is slechts +0,7%, omdat het negatieve effect van de hogere energieprijzen zwaarder weegt dan de sterke opleving van het toerisme.

Een extra rem op de groei – niet alleen in Portugal maar ook in Spanje – is de klimaatopwarming: de ernstige droogte die het Iberisch schiereiland kent zou langdurige gevolgen kunnen hebben voor de landbouw en de export van voedingsproducten.

 

Spanje in het kort

  • Officiële naam: Koninkrijk Spanje
  • Hoofdstad: Madrid (3,2 mln inwoners)
  • Oppervlakte: 504.845 km² (17 x België)
  • Aantal inwoners: 47,1 mln.
  • Staatshoofd: Koning Felipe VI
  • Regeringsleider: Premier Pedro Sánchez (PSOE)
  • Taal: Spaans
  • Munt: Euro
  • Belangrijke steden: Barcelona (1,6 mln), Valencia (780.000), Sevilla (700.000), Zaragoza (680.000)
  • BBP: 1.393 mrd USD (522 mrd USD in België)
  • BBP/Capita: 27.056 USD (45.189 USD in België)

Bron: FIT

 

Portugal in het kort

  • Officiële naam: Republiek Portugal
  • Hoofdstad: Lissabon (518.000 inwoners)
  • Oppervlakte: 92.226 km² (3,0 x België)
  • Aantal inwoners: 10,3 mln
  • Staatshoofd: President Marcelo Rebelo de Sousa
  • Regeringsleider: Eerste minister Antonio Costa
  • Taal: Portugees
  • Munt: Euro
  • Belangrijke steden: Porto (250.000 inw.), Braga (121.000), Sétubal (117.000), Coimbra (107.000), Viseu (98.000), Aveiro (54.000), Faro (41.000)
  • BBP: 229 mrd USD (522 mrd USD in België)
  • BBP/Capita: 22.195 USD (45.189 USD in België)

Bron: FIT

play_circle_filled

Omhoog